Kannibaaltomaat

Jawel, er bestaat een familielid van de tomaat (Solanum lycopersicum) met de naam kannibaaltomaat (Solanum uporo) en beide soorten behoren tot de nachtschadefamilie (Solanaceae). De kannibaaltomaat is inheems op enkele zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan, zoals Fiji, Tahiti, Samoa en Cook’s Eiland.

De kannibaaltomaat is een meerjarige kruidachtige plant, die in de tropische omstandigheden waarin hij groeit een hoogte van 1.5 meter kan bereiken. Na de bloeiperiode ontstaan rode bessen van zo’n drie centimeter in doorsnede.
Omdat de kannibaaltomaat nauwelijks gecultiveerd is, is de smaak behoorlijk bitter. Maar die bitterheid verdwijnt bij het koken van de vrucht. Men claimt dat de bladeren in salades kunnen worden verwerkt, maar ik verwacht zelf dat de bladeren ook gekookt dienen te worden voordat ze smakelijker worden.

Rondom de kannibaaltomaat hangen nogal wat mythes. Zo gelooft men nog steeds dat enkele mensenetende stammen in de Stille Zuidzee het mensenvlees pas smakelijk vonden wanneer daar een saus van deze tomaten bij geserveerd werd. De naam is echter verzonnen door de Duitse botanicus Berthold Seemann (1825-1871), die in 1864 de naam Menschenfressertomate gaf aan deze soort. Het is dus een tomatensoort die geconsumeerd werd door menseneters, maar het is onbekend of deze als saus echt bij mensenvlees geserveerd werd.

Je bent in ieder geval verzekerd van de nodige gespreksstof als je zou besluiten deze aparte soort te gaan opkweken.

No comments:

Post a Comment